Panneau 1
De Helle, voormalige staatsgrens
De Helle, etymologisch "heldere rivier", ontspringt op het plateau van de Hoge Venen, dichtbij "Fontaine Perigny" en mondt uit in de Vesder bij Eupen. Na het Congres van Wenen (1815) werd de rivierbedding bij het traktaat van Aken (1816) aan Pruisen toegekend en werd de linkeroever ervan vastgelegd als de grens tussen het Koninkrijk Pruisen en het Koninkrijk der Nederlanden, waarvan België deel uitmaakte. Tussen de Hoegne en de Helle werden vervolgens houten paaltjes (nummers 148-157) geplaatst.
Na de onafhankelijkheid van België in 1830 werd de grens tussen België en Pruisen bepaald door een nieuwe stenen grens (namelijk markering 156 bij Fontaine Périgny).
De hier afgebeelde grenspaal N° 158 is de eerste paal die de Helle-grens overneemt na het begin van zijn Venen-route bij paal 157.
Sinds het Verdrag van Versailles van 1919, dat de territoriale grens van België naar het oosten verschoof, duiden deze voormalige Belgisch-Pruisische grensmarkeringen alleen nog maar de grenzen tussen de gemeenten van de Oostkantons en de rest van Wallonië uit. De Helle scheidt Baelen-Membach van Waimes (tot aan de Herzogenhügel) en dan van Eupen. Vervolgens markeren de grensstenen 158 tot 186 Baelen en Eupen tot aan de straat van Herbesthal, ten zuiden van de E40.