Panneau 3
Afbakeningsmethoden
In het Emmerich-protocol (1818) wordt de grensscheiding tussen het Koninkrijk Pruisen en het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg, van Schengen (Moezel, post 1) tot Mook (tussen Maas en Rijn, post 359) in details beschreven.
De in-situ afbakening lijkt echter niet aan constante criteria te voldoen: de afstanden tussen de stenen variëren, sommige hoekpunten hebben geen paaltje, enz.
Vaak vervangen delen van waterlopen, paden of wegen de paaltjes.
Over het algemeen vormt het midden van de rivierbedding of de weg de territoriale grens. Men merkt dan twee wijzers (1 aan elke zijde) aan het begin en het einde van de sectie die als grens dient. In het geval van een zijrivier, aangrenzende weg of kruising, worden ze op tegenovergestelde hoeken geplaatst en kunnen ze driedubbel, zelden viervoudig zijn. Maar vandaag zijn sommige verdwenen, andere zijn verplaatst. Alleen de oude kaarten kunnen ons nog hun oorspronkelijke positie tonen.
Voorbeelden wegen die een grens vertegenwoordigen:
- "smokkelpad" tussen Baelen-Membach en Eupen: Dubbele palen nr. 178 tot 184.
- Rue de Herbesthal tussen Baelen en Eupen: driedubbele paal N° 186 –
- Rue Mitoyenne tussen Welkenraedt en Lontzen: twee van driedubbele paal 187 bewaard
Voorbeelden van rivieren:
de Rechter Bach, de Amblève, de Helle, de Vesder De Helle-grens is een uitzondering: de bedding behoorde tot Pruisen en de linkeroever vormde de grens. Een bijzonder kenmerk van de Vesder: 3 mijlpalen 173 : 173¹ is een tussenpaal die later aan het begin van een omleiding van de rivier werd geplaatst.